De komende tijd zal ik hier met regelmaat een artikel in de serie ‘Het wonder van Artificiële Intelligentie’ gaan publiceren. Geïnteresseerden wil ik graag meenemen in mijn fascinatie voor de vraag hoe het komt dat technologie zo menselijk kan lijken, bovenmenselijk bijna. In deze serie zal ik dat wonder stapsgewijs proberen te ontrafelen.
Waarom een wonder?
Tijdens mijn Informatica-studie in Delft raakte ik al gefascineerd door AI, Neurale Netwerken in het bijzonder. Ik ben er in 1990 zelfs op afgestudeerd, bij professor Henk Koppelaar. Ik vermoed dat mijn fascinatie te maken had met een soort gespletenheid die ik vanuit mijn ouders en opvoeding heb meegekregen. Mijn vader was een echte technicus. Hij was Electriciën, werkte in de bouw en kon álles met zijn handen. Mijn moeder echter, was veel psychologischer ingesteld. Van jongs af aan werd ik betrokken bij psychologische analyses van mensen in de straat, het gezin en onszelf. Ook in die wereld voelde ik mij erg thuis. Maar ik ging het niet studeren, volgde het pad van mijn vader.
Via Elektrotechniek aan de HTS in Alkmaar kwam ik uiteindelijk uit bij Informatica aan de TU in Delft. Toen ik daar een raakvlak ontdekte tussen de wereld van mijn vader én moeder, was ik verkocht. Dat raakvlak bleek voor mij de ontwikkelingen rond iets heel nieuws binnen de Informatica, namelijk die van de Neurale Netwerken. Een machine die menselijk is. Kan dat? Machines die kunnen leren! Hoe dan? Kunnen we hierdoor meer gaan begrijpen van de mens? Mijn moeder kwam weer in beeld.
Een reuzesprong
Na mijn studie ging ik werken bij AI-Engineering in Amsterdam, een hele leuke club vrijbuiters. Ik heb de AI-ontwikkelingen daardoor een aantal jaren nog goed kunnen volgen en daarmee (via EU-subsidies) kunnen experimenteren. Óf omdat het tempo van de ontwikkelingen wat stil begon te vallen óf omdat ik zelf interesse kreeg in andere gebieden (zoals de Google-zoekmachine) raakte de AI uit mijn blikveld. Tót vijf jaar terug, toen Google met een grote doorbrak kwam op het gebied van neurale taalmodellen (BERT). Vanaf dat moment ben ik mij weer gaan verdiepen in de technische stand van zaken van de AI. Ik had echter niet kunnen bevroeden dat we in 2022/2023 zo’n reuzesprong zouden meemaken als nu het geval is. Kranten en sociale media staan dagelijks vol met nieuwe ontwikkelingen en doorbraken. Ook is er veel kritiek, er is zelfs angst: de mens als schepper van een superwezen, dat de mensheid uiteindelijk zal domineren of zelfs uitroeien. Dat klinkt inderdaad heftig.
Het beest in de bek kijken
De beste manier om angst te overwinnen is het beest in de bek te kijken. Ik zeg dit uit eigen ervaring, want ik voel mij niet zo angstig over deze nieuwe ontwikkelingen. En dat is misschien júist wel omdat ik gewend ben dit beest in de bek te kijken. Ik ben zeker groot voorstander van AI-wetgeving: we moeten bijvoorbeeld keuzes maken over de vraag met welke data we de AI-machines wél en niet gaan trainen. Maar meer dan zorg over de ontwikkelingen, ervaar ik vooral ontzag voor de schoonheid van de werking van de op het menselijk brein geïnspireerde neurale netwerken.
En deze ervaring wil ik graag delen. In hart en nieren ben ik een leraar. In kleine stapjes dus, op zo’n manier dat een breed geïnteresseerd publiek er iets aan heeft. Niet alleen de nerds, beleidsmakers, tekstschrijvers of marketeers, maar iedereen die inhoudelijk meer wil gaan begrijpen van het wonder van de menselijkheid van technologie.
Hoe kan het dat technologie tegenwoordig zó menselijk lijkt, bovenmenselijk bijna. In deze serie probeer ik dat wonder stapsgewijs te ontrafelen.
Volg de gehele serie op LinkedIn via: #HetWonderVanAI
Of ga naar: https://www.seoguru.nl/seo-blog/category/cursus-ai/
Geef een reactie
Je moet inloggen om een reactie te kunnen plaatsen.